Spreekwoorden zoeken
uitgelicht
Bestel nu de Formule 1 Encyclopedie!
Spreekwoorden 'gast'
Ergens slecht te gast geweest zijn
Ergens slecht onthaald zijnOp iets te gast gaan
Er lekker van smullen, zijn hart er aan ophalenNaardat de gast is, wordt er opgedist
Ieder wordt bejegend naar zijn waardeHij is te gast in de wereld
Hij leidt een gemakkelijk leventjeErgens slecht te gast zijn geweest
Ergens slecht onthaald zijnDie dikwijls te gast wil gaan, moet dikwijls noden
Wie graag bij iemand anders op visite wil gaan, moet zelf ook dikwijls visite ontvangenHetzelfde als: voor wat, hoort wat; de liefde kan niet van één kant komen. Wil men iets gedaan hebben, dan moet men er iets anders tegenover stellen
Naardat de gast is wordt er opgedist
Ieder wordt behandeld (beoordeeld) naar zijn waardeIemand gastvrijheid verlenen
Gulheid aan de dag leggen door het onthalen of herbergen van gasten. Figuurlijk bijv. gezegd van iemand, aan wie ruimte in een blad of tijdschrift wordt verleend om zijn denkbeelden uiteen te zetten e.dWie dikwijls te gast wil gaan, moet dikwijls noden
Wie dikwijls uitgenodigd wil worden, zal zelf ook moeten uitnodigenGasten zijn lasten
Als visite te lang blijft, krijgt men er alleen maar last vanals een kat zich wast, komt er gewis een gast
een kat die zich wast, zou volgens een oud volksgeloof de voorbode zijn van een onverwachte gastDe neus gaat te gast maar de mond blijft thuis
Wordt gezegd wanneer men ergens de geuren van een gereedgemaakte maaltijd inademt, doch zelf niet aan de maaltijd kan deelnemenOngenode gasten
Veelal met de toevoeging: zet men buiten de deur. Ontleend aan Matth. 22 : 2-14, waarin gesproken wordt van het koninklijk bruiloftsmaal met de genodigde gasten. Daar leest men ook van een man, die aanzat zonder het feestkleed, dat de gastheer voor ieder der gasten had klaargelegd, doch in zijn eigen kleed, en daarom zonder vorm van proces buiten de deur werd gezet. Niet ten onrechte beroepen zij zich op deze tekst, die aan een officieel diner een bepaalde voorgeschreven kleding verlangenGasten en vreemdelingen
Ontleend aan Eph. 2 : 19, luidende: ‘Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers en heiligen en huisgenoten Gods’Als de kat zich wast, komt er gewis een gast
In het volksgeloofHij ligt in hetzelfde gasthuis
Hij lijdt aan dezelfde kwaalHij ligt in hetzelfde gasthuis ziek
Hij lijdt aan dezelfde kwaal; hij heeft hetzelfde gebrekOngenode gasten zijn zeiden welkom
(of: zet men buiten, zet men achter de deur)Iemand die niet uitgenodigd is, ziet men liever weer vertrekken
Vrolijke waarden maken vrolijke gasten
Als men iemand vriendelijk bejegent, wordt men zelf ook vriendelijk behandeldVoorbeelden trekken
Nadien de weerd is, verleent hem God gasten
Ieder krijgt wat hem toekomtSpreekwoorden
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal
Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren