Ergens ketelaar van blijven
Ergens niets van meekrijgen, ergens niet in meedelen, er koud (fris) van blijven, in iets teleurgesteld worden, kaal of sneu van iets afkomen. Onder de bemanning der Nederlandse oorlogsschepen was ‘ketelaar’ een benaming voor degenen, voor wie, omdat ze door de dienst (wacht e.d.) verhinderd waren aan de ‘bak’ mee eten, het rantsoen werd bewaard en warm werd gehouden (dus in de ketel bleef). Het waren dus de zgn. na-eters