Zich in de onvermijdelijke noodzakelijkheid bevinden om een zekere werking te ondergaan, die, door het onbepaalde ‘er’ aangeduid, uit de samenhang moet worden opgemaakt. Ook: moeten sterven, het moeten ontgelden, er van langs krijgen. Deze uitdrukking heeft vermoedelijk een religieuze inslag en bedoelt zoveel als: er bestaat een machtige Voorzienigheid die ons alles kan toebedelen en waaraan men maar te geloven heeft. De zegswijze: nood leert bidden, is van ongeveer gelijke strekking. De oorspronkelijke betekenis vinden we nog terug in de woorden bij Loosjes (Bronkh. 4, 3°3): ‘Je ziet dien knuppel wel, ouwe! Als je met je gesnater voortgaat, is dat de God daar je aan zult gelooven.’