Een Uria’s brief
Deze zegswijze is ontleend aan 2 Sam. 11, waarin verhaald wordt de geschiedenis van de krijgsoverste Uria, die in het gelukkige bezit was van een knappe vrouw (vs. 2), hetgeen hem evenwel noodlottig werd. Koning David werd nl. verliefd op deze vrouw en pleegde overspel met haar. Toen dit gevolgen bleek te hebben trachtte koning David zijn daad te verhullen door Uria, die lange tijd te velde was, naar huis te zenden. Uria weigerde echter daarop in te gaan uit solidariteit met zijn krijgsmakkers, die een zware strijd moesten voeren. Toen zond de koning Uria met een brief naar de legerbevelhebber Joab, waarin vermeld stond dat Uria in de voorste gelederen geplaatst moest worden in de strijd tegen de vijand, waardoor hij de meeste kans liep te sneuvelen. Blijkens vs. 17 slaagde deze toeleg schitterend. De uitdrukking betekent hetzelfde als ‘Een Bellerophons brief ,nl. een voor zich zelf noodlottige boodschap overbrengen