Deze zegswijze is ontleend aan 1 Petr. 2:7, waar van Christus gezegd wordt: ‘U dan, die gelooft, is Hij dierbaar; maar de ongehoorzamen wordt gezegd: de steen, die de bouwlieden verworpen hebben, deze is geworden tot een hoofd des hoeks, en een steen des aanstoots en een rots der ergernis’. (Vgl. Jes. 8 : 14.) Eigenlijk een steen waaraan men zijn voet stoot; figuurlijk: oorzaak of reden van ergernis. Zie ook: 102. Vgl. struikelblok, hinderpaal, obstakel e.d