Oorspronkelijk: de nagel op de kop treffen. De zegswijze is niet ontleend aan het handwerk van de goede timmerman, die niet misslaat, wanneer hij een spijker in het hout moet drijven, maar van de vroegere schuttersfeesten. Men had nl. de gewoonte, in het midden van de roos, d.i. het middelpunt van de schietschijf, een nagel te slaan. Wanneer nu iemand zo’n goed schot afgegeven had dat hij juist dat kleine puntje geraakt had, dan had hij: de nagel (spijker) op de kop getroffen