Deze zegswijze wordt ons duidelijk, als wij weten dat ‘Coronis’ bij de ouden de sierlijke krul betekende, die de afschrijver aan het eind van het boek placht te zetten, om daardoor het slot aan te duiden. Ten teken dat het handschrift uit was, plaatsten zij er óf het woord ‘finis’, d.i.: einde, achter, of zij brachten het een of ander teken, dat ‘corona’, d.i.: kroon, werd genoemd, aan. Vandaar de beide spreekwoorden: ‘Finis coronat opus’, d.i.: het einde kroont het werk (met andere woorden het werk is af) en ‘De kroon op het werk zetten’, d.i.: de figuur erachter voegen, waaruit blijkt dat het werk voltooid is. Hier is dan tevens deze uitdrukking mee verklaard