De dag des oordeels, het jongste (d.i. laatste) gericht. Vgl.: jongstleden, van Mnl.: ten joncsten, d.i.: ten slotte, ten laatste. De dag van Christus’ wederkomst. Vgl. het 4de couplet van het Wilhelmus: ‘Waar hij (de gesneuvelde graaf Adolf) verwacht de jongste dag’