De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak
Soms ook gekscherend: het vlees is taai. Deze uitdrukking is ontleend aan Matth. 26:41, waar Jezus zegt: ‘Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees (d.i.: het lichaam, het stoffelijk omhulsel van de onstoffelijke geest) is zwak’. Ze heeft ongeveer gelijke betekenis als de bekentenis van Paulus in één van zijn brieven: ‘Wanneer ik het goede wil doen, staat het kwade mij bij’. Zie ook Gal. 5:17: ‘Want het vlees begeert tegen de geest en de geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander, alzo dat gij niet doet, hetgeen gij wildet’. Men gebruikt de uitdrukking dikwijls om een verkeerde daad, een misstap van zich zelf of een ander te vergoelijken