Daders des Woords zijn
Ontleend aan Jac. 1:22-23, welke teksten in hun geheel luiden: ‘En zijt daders des Woords, en niet alleen hoorders, uzelven met valse overleggingen bedriegende. Want zo iemand een hoorder is des Woords, en niet een dader, die is een man gelijk, welke zijn aangeboren gezicht bemerkt in een spiegel’