Boeken
  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

Op de hoogte blijven?


  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren

 

Spreekwoorden zoeken

uitgelicht

Bestel nu de Formule 1 Encyclopedie!

Spreekwoorden 'breken'

Het ijs breken

De eerste moeilijkheden uit de weg ruimen
De voorganger, de wegbereider zijn, met iets een begin maken

De baan breken

Iets goeds voorbereiden

een potje kunnen breken

mijn jongste broertje kan bij moeder een potje breken: moeder wordt niet zo gauw boos op hem.

Breken met iemand (iets)

Deze uitdrukking dankt haar ontstaan aan de halm, die oudtijds gebroken werd wanneer men de vriendschap wilde ontbinden, die met iemand was aangeknoopt. Bij de Romeinen heette ‘festucatio' (van: festuca, d.i.: halm) het met een strootje aanraken van de slaaf die men wilde vrijlaten; deze aanraking betekende dan: van zijn rechten afstand doen. Het leggen van een strohalm op de lijkkist, beduidde dat men de boedel niet aanvaardde: het binden van een strobos aan een voorwerp, dat men dit verkopen wilde

Iemand het hart breken

Hem hevige, grievende smart, kommer, teleurstelling e.d. veroorzaken

Zijn woord breken

Een belofte niet nakomen
‘Woord’ heeft ook hier de betekenis van: belofte, toezegging, afspraak. ‘Breken’ is een afkorting van: verbreken, een woord dat men terugvindt in: een verloving, verbintenis, overeenkomst verbreken. De tegenhanger is: een man van zijn woord zijn

De ban breken

‘Ban’, afkorting van: banvloek (excommunicatie), onderverdeeld in de Kleine en de Grote Ban, naargelang iemand de nadering tot de H.H. Sacramenten of alle gemeenschap met de Kerk werd ontzegd. De letterlijke betekenis is hier figuurlijk toegepast, dwz. verondersteld wordt, dat men onder een banvloek leefde, doch dat deze ban door de een of andere oorzaak opgeheven, gebroken wordt

Potje breken, potje betalen

Wie schade veroorzaakt moet ze betalen
Die schade veroorzaakt, moet ze vergoeden

Iemand de nek breken

Iemand ten val brengen
Iemand in het ongeluk storten

Met iemand brood breken

Met hem te doen hebben

Het gekrookte riet niet breken

‘Gekrookt’, geknakt. Deze uitdrukking is ontleend aan Matth. 12 : 20. Daar wordt van Jezus gezegd : ‘Het gekrookte riet zal hij niet verbreken en de rokende vlaswiek zal hij niet uitblussen’. Jezus stootte de ‘tollenaren en zondaren’ niet af, genas de kranken en Johannes de Doper van zijn twijfel; voorts predikte Hij het evangelie aan de armen. De uitdrukking wil zeggen, dat wij iemand die in onze ogen minderwaardig is, niet moeten afstoten. (Vgl. Jes. 42:3). (Verwaal)

De stok in tweeën breken

(Z. N.) Het verschil delen

Iemand kunnen maken en breken

Verre zijn meerdere zijn, hetzij in lichaamskracht of in geestvermogens
Geestelijk of lichamelijk iemands meerdere zijn, hem overtreffen in geestes- of lichaamskracht

Ergens de nek over breken

Eigenlijk meer in de zin: hij raapt het nog niet op, al zou hij er de nek over breken. Meer algemeen voor: ergens het slachtoffer van worden. Iemand kan bijv. figuurlijk de nek breken over werk, dat hij onderschat heeft

Dat zal hem de nek breken

Dat is zijn ondergang

Een potje bij iemand kunnen breken

Veel mogen doen, voordat hij boos wordt

Bij iemand een potje kunnen breken

Omdat men in de gunst staat iets mogen doen wat anderen kwalijk genomen zou worden. Wanneer een dienstbode een potje breekt, krijgt ze een schrobbering, maar wanneer moeders kindje het doet, wordt erom gezwegen, misschien nog wel om gelachen. Sommigen willen de oorsprong dezer zegswijze zien in een langdurig gebruik in Indonesië om een potje stuk te gooien, wanneer een jongeman te familiair is geweest met een meisje

Een lans met iemand breken

Samen proberen een probleem op te lossen
Een geschil met iemand beslechten

Ergens de staf over breken

Iets afkeuren

Dat zal u de hals breken

Dat zal u in ’t verderf storten
  • Synoniemen van Het ijs breken
  • Het ijs breken vervoegen

Spreekwoorden

Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.

Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).

Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’ bron: Onze taal

Top spreekwoorden:
1 been
2 water
3 hart
4 neus
5 geld
6 kat
7 wind
8 tijd
9 oog
10 liefde
11 eten
12 liegen
13 lopen
14 zee
15 leren

Alle woorden

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

Op de hoogte blijven?


  • Home
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Inloggen
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren
© 2022 Ensie

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Ik ben mijn wachtwoord vergeten