Wordt in het algemeen gezegd van huwbare meisjes, die niet tot een huwelijk komen. Ontleend aan Sir. 22:4: ‘Een verstandige dochter krijgt wel een man, maar een onverstandige dochter laat men zitten en zij wordt haar vader tot bekommernis’. Verder wordt de uitdrukking ook gebruikt voor iemand die op school niet naar een volgende klas overgaat