Lelijk zien bijt niet
Alleen door het uiterlijk moet men zich niet laten afschrikkenHij bijt aan de angel
Hij laat zich gemakkelijk beetnemenDat bijt de pel af
(Z. N.) Dat spant de kroon, dat overtreft alles. (Soms ook in ongunstige zin)Het is bondeken bijt mij
Er is onenigheideen vreemde eend in de bijt
die man is een vreemde eend in de bijt: hij behoort niet tot het gezelschap, hij is er als gast voor één keer aanwezig.Geen hond bijt zijn eigen meester
Men zal de partij kiezen van hen, van wie men afhankelijk isHaal op, als het visje bijt
Laat een gunstige gelegenheid niet ongebruikt voorbijgaanHij blaft harder dan hij bijt
Dit spreekwoord slaat uiteraard op dat van de blaffende honden, die niet bijten. Wordt gewoonlijk gezegd van iemand die nogal agressief is in zijn spreken, maar het in werkelijkheid niet zo kwaad meen...Lees meer
Een vreemde eend in de bijt
De ‘bijt’ is hier het gat in het ijs, waar zich de watervogels verzamelen en waarin soms ook een eend uit een andere plas neerstrijkt. Figuurlijk: vreemdeling in een gezelschap of bepaalde kring van m...Lees meer
De gans blaast wel, maar bijt niet
Een dom mens zegt wel veel, maar voert weinig uitMettertijd bijt de muis een kabel stuk
Volhardende arbeid komt alles te bovenLachende mondekens, bijtende hondekens
a Pas op voor vleiers;Lachende mondekens, bijtende hondekens
b met een lachend gezicht kan men nog wel scherpe dingen zeggenLachende mondekens, bijtende hondekens
Wacht u voor de vleiersLachende mondekens, bijtende hondekens
Wacht u voor vleiersAlle bijtjes afgevist hebben
‘Bijt’ betekent hier: spleet, en komt van het praesens van: bijten. Een bijt is een gat in het ijs, daarin soms door vissers gehakt teneinde de vis, die zich voor dit gat verdringt om frisse lucht in ...Lees meer