Spreekwoorden 'bedelgebied-van-monniken'
Mensen van één soort hebben dezelfde eigenschappen
Men mag geen onderscheid maken
Men mag geen onderscheid maken; wie gelijk staan moeten ook gelijk behandeld worden, mensen met gelijke rechten maken gelijke aanspraken. Stof, maat en vorm van de gewaden der monniken waren aan nauwkeurige voorschriften onderworpen
Zo heer, zo knecht
Zo baas, zo knecht(en)
Zoals de meerdere is, zijn ook de minderen; de minderen zijn een getrouwe afspiegeling van de meerderen; de mindere zal de belangen van zijn meerdere behartigen, zodat een poging, om deze anders te doen handelen, schipbreuk lijden moet
Een gelijkwaardige uitdrukking is: Zo heer - zo knecht
Mensen van dezelfde soort hebben ook dezelfde eigenschappen
jullie hebben dezelfde streek uitgehaald en daarom geldt voor jullie: „Gelijke monniken, gelijke kappen": jullie worden op dezelfde manier behandeld en krijgen dezelfde straf.
Zo de heer is, zo is de dienaar
Aan de buitenkant is niet te zien welk karakter een mens heeft
Niet iedereen is innerlijk wat hij uiterlijk schijnt; schijn bedriegt
Hetzelfde als: het zijn niet allen koks, die lange messen dragen. Bedoeld wordt: uit overeenkomst moet men geen conclusies trekken voor algemeenheid
Wanneer de leiders, overheid, enz. het slechte voorbeeld geven, mogen ook de ondergeschikten wel iets misdoen, of kunnen zij hun fouten verontschuldigen
Ook: Als de abt met de kaart speelt, dan troeven ook de monniken; of: Waar de abt herbergier is, mogen de monniken wel bier halen
Van Jonas die in de walvis was
Van een-twee-drie
In de zin van: bij gebrek aan boter moesten we var armoede wel margarine gebruiken. De uitdrukking bedoelt niet dat men per se arm is, doch dat men in bepaalde gevallen of omstandigheden met het mindere genoegen moet nemen
Deze woorden worden veelal gesproken bij het uitbrengen van een heildronk. Soms ook in uitdrukkingen als: van harte beterschap e.d
Zegt men a van iemand die deftig uitgedost is, maar wiens karakter niet deugt;
b van zaken die er op het eerste gezicht fraai uitzien, maar achteraf tegenvallen
Gezegd van een dunne boterham die dik gesmeerd is
Van boven bont - van onderen stront
Iemand die zich voornaam voordoet, is dikwijls in werkelijkheid van geringe komaf
De armste of domste mensen zijn dikwijls het hoogmoedigst
Volgens sommigen betekent ‘lede’ hier ‘leiding’, dus: een lieve of vriendelijke leiding. Men wil het woord ontleend zien aan bijbelteksten als 2 Kon. 9:20, Gen. 33:13-14, Ps. 23:2 e.a
Volgens anderen is ‘lede’ een substantief, reeds door Kiliaen vermeld en vertaald als: gradus of grassus, schrede, terwijl in Meyers Woordenschat gevonden wordt: ‘van liever leede’, d.i.: meteen lankmoedigen tred. In het Mnl. was de uitdrukking reeds bekend en luidde: bi liever laden. Aannemelijker is dat ‘lede’ een afleiding is van ww. ‘liden’, gaan, dat wij nog hebben in: ‘overlijden’, overleden, verleden, laatstleden, jongstleden
Geen duidelijk besef meer hebben, hetzij door dronkenschap of door welke verbijstering ook
Nog jong en toch al levenswijs