‘Bar’ is een Odu. woord voor: bloot, kaal, naakt, doch heeft de betekenis gekregen van: erg. In de eerste betekenis treft men het aan in ‘barrevoets’ e.d., in de laatste betekenis in ‘het barre Noorde... Lees meer
‘Barbaar’, van Gr.: barbaros, vreemdeling; later: vijand, veelal met de bijbedoeling van: woesteling, wreedaard. Het is derhalve een wreedaardig optreden
De bron van deze zegswijze is het quasi-fragment van ‘een onuitgegeven toneelspel', dat Multatuli tot inleiding van zijn Max Havelaar heeft geplaatst. De geschiedenis is de volgende: Lothario staat te... Lees meer
De benauwde staat van een vrouw, die op het punt staat te baren. Wordt soms overdrachtelijk gebezigd, bijv. in toepassing op iemand, die zich binnenkort aan een examen moet onderwerpen, of die op het ... Lees meer
‘Barmhartig’ is van ‘barmen’ (be-armen) en hart. De zegswijze is ontleend aan de geschiedenis uit Luc. 10. Daar staat hoe een Israëliet, reizende door de woestijn, door rovers wordt overvallen, uitges... Lees meer
De grote heer uithangen, bluf slaan. De woorden doen denken aan die van prins Alfred Windischgrätz (de zgn. Kartätsenfürst): ‘Der Mensch fängt erst beim Baron an’, d.i.: een baron is pas een mens. Van... Lees meer
‘Baren’ is van Ogm.: beran, dragen, voortbrengen, ter wereld brengen, verwekken. De uitdrukking wil dus zeggen: zorgen verwekken. Veelal spreekt men van: een toestand (ziekte, geld), die zorgen baart
‘Bar(re)biesjes’ is ontstaan uit ‘Berbice’ (Brits Guyana), dat om zijn moordend klimaat berucht is. De uitdrukking wil derhalve zeggen: de dood tegemoet gaan, doodgaan. Analoge uitdrukkingen zijn: Naa... Lees meer