Bang zijn voor zijn aalkorf, eierkorf, hachje, huid
‘Bang’ is een samentrekking van Mnl.: be-ange, beangst, benauwd, drukkend. De zegswijze bedoelt: overdreven bezorgd zijn voor zijn gezondheid of leven. Het leven of het lichaam zijn hier niet als zodanig genoemd, doch aangeduid met vervangende begrippen. ‘Hachje’ is van Hebr. afkomst