Averechts verkeerd uitkomen (doen)
‘Averechts’ van Mnl.: ave en recht, dus: precies verkeerd, niet recht. De uitdrukking is dus een zgn. pleonasme. Juister is het dus te spreken van: averechts uitkomen, of: iets averechts doen. Vgl. Erasmus, Lof der Zotheid. ‘Voorts kan men lieden vinden, zó averechts godsdienstig, dat zij zelfs de bitterste smaadwoorden tegen Christus eerder dulden kunnen, dan de geringste scherts tegen een Paus of Vorst, vooral als hun kostwinning ermee gemoeid is.’ De Engelsen hebben hun ‘Topsy-turvy’: op z’n kop, averechts