de kantjes er aflopen
hij loopt de kantjes er af: hij doet zijn best niet, hij werkt niet echt goed.met een sisser aflopen
het ongeluk liep met een sisser af: de schade leek (erg) groot, maar het viel mee.Er de kantjes aflopen
Nietsdoen, luieren, «lijntrekken»Met een sisser aflopen
Betekent: de verwachting dat er heel wat gebeuren zou, is niet verwezenlijkt; het is maar een kleinigheid. Bij het vuurwerk was vroeger een balletje met nat gemaakt kruit, dat wegbrandde zonder een sl...Lees meer