Spreekwoorden 'afgeschoten-stuk-land'
'Uitmergelen’ is afgeleid van : merg. ‘Mergel’ is het mengsel van klei en kalk dat aan de bodem vruchtbaarheid schenkt. ‘Een land mergelen' wil zeggen: het met mergel bemesten; ‘uitmergelen’ derhalve: van mergel beroven (door onvoldoende bemesting bij een toch intensieve verbouwing van een stuk bouwland). Oorspronkelijk van de akker gezegd, werd het woord op mens en dier overgebracht. Door [de natuurlijke en onwillekeurige bijgedachte aan ‘merg’ heeft het een betekenis gekregen, ruimer dan de oorspronkelijke
Hetzelfde als: een voor een, ieder op zich zelf
a Hij heeft in de roos geschoten;
b hij is de baas gebleven
Vertaling van Fra.: ‘Doux pays’. Ironische uitroep van de Fra. karikaturist Forain over zijn vaderland. In de regel bezigt men de uitdrukking voor een land waarin nogal vreemde zeden en gewoonten heersen
Van twee kwaden moet men ’t minste kiezen
Als het erop aan komt, als het erom gaat. De constructie van de zin is niet geheel duidelijk
Wordt gezegd van een verlaten, afgelegen streek. 5365- Dat is je voor-land. Onder ‘voor-land’ moet men in eigenlijken zin verstaan: een in zee uitstekende punt lands of een hoek, waar een vaartuig op aanhoudt. Vandaar dat men van het een of ander zegt, dat het: iemands voor-land is, wanneer hij op zoiets vanwege zijn omstandigheden rekenen moet of het ernaar maakt, dat hij ertoe zal vervallen of komen. Ook de Engelsen spreken van ‘fore-land’. De bedoeling is: iemands toekomstige plaats of positie
tijdens de bespreking hield hij voet bij stuk: hij gaf niet toe, hij liet zich niet ompraten.
Vasthouden aan hetgeen men beslist heeft
Niet wijken, niet loslaten
In het Germaanse recht had de voet (evenals de hals) een symbolische betekenis. Het is mogelijk dat men met: ‘de voet op iets zetten’ wilde te kennen geven dat men de zaak voor zich opeiste. Dus: de voet bij het stuk (in kwestie) houden. Winschooten, Tuinman en Bilderdijk geven elk weer een andere verklaring van deze uitdrukking, doch spreken ook achtereenvolgens van stuk, stek en steek. Winschooten: ‘Voet bij ’t stuk houden betekent eigenlijk: de voet zetten bij het geschut; en dewyl dit als een teeken van onversaagdheid gerekend werd, zoo daagde de eene konstabel den ander wel eens uit, zeggende: indien je een dappere kerel bent, en moed en courage hebt, maak niet veel praats en zet den voet bij ‘t stuk’. Tuinman: ‘Voet bij stek houden is ontleend aan het tweegevecht, waarbij men voet tegen voet zet en niet terugwykt van het voorgeschreven perk, zooals de Latynen spraken van: Callato pede pugnare; het slaat dan op iemand, die standhoudt en niet terugdeinst’. Bilderdijk: ‘Voet bij steek houden betekent den voet bij het in den grond gezette grenspaaltje houden en den grond er omheen vaststampen teneinde omvallen van het paaltje te voorkomen, waardoor de aangegeven grens zou verloren gaan’
Grove verteringen maken. Vermoedelijk heeft men onder ‘stukslaan’ te verstaan: het wisselen van groot geld, om nieuwe uitgaven te kunnen doen
Dat is een onvriendelijk iemand
Hij denkt iets bijzonders te hebben gedaan
Dat een volk, zolang het geen vaste woonplaats heeft, doch met zijn kudden voort- en rondtrekt, de afstanden naar dagreizen bepaalt, is niet te verwonderen. Oudtijds sprak men dan ook van een: ‘dagweide’, zover als men na een dag weidens komt. Bij de landbouw is de uitdrukking ‘een morgen land’ op gelijksoortige wijze te verklaren: zoveel land als men op één morgen kan omploegen
Iemand dwingen zijn plicht te volbrengen
Deze zegswijze is de vertaling van Du.: ‘Männer aus einem Guss’, d.i.: mannen uit één gieting, een vlotte schepping. Ze is ontleend aan de metaalgieterij, in het bijzonder aan het gieten van klokken, waarbij de klokspijs niet bij gedeelten, met tussenpozen, maar in één ononderbroken gieting in de vorm moet vloeien, om geen oneffenheden te krijgen. De zegswijze heeft betrekking op een ronde, joviale, betrouwbare, resolute man
Een periode waarin het iemand zeer goed gaat
Ergens (goed) terechtkomen, ergens (goed) belanden, ook op een plaats, waar men liever niet zou gekomen zijn. De uitdrukking is ongetwijfeld aan de zeevaart ontleend. Vroeger had ‘te lande’ de betekenis van: naar zijn vaderland, naar het land bij uitnemendheid. Vgl. het Hildebrandslied
Hij is zeker van zijn zaak
door het gelach van de klas raakte hij van zijn stuk: hij wist niet meer wat hij zou zeggen of doen, hij werd onzeker.
hij staat op zijn stuk: hij laat zich niet ompraten, hij blijft bij zijn mening.