Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Gepubliceerd op 31-03-2017

Mikmak

betekenis & definitie

Mikmak - de hele mikmak: de hele boel. Uitdr. gebruikt bij de infanterie omstreeks 1913, maar het woord werd al veel eerder, in de 18de eeuw, opgetekend in de zin van mengelmoes, rommel, onenigheid.

Het zou volgens sommigen ontleend zijn aan het 17de-eeuwse Franse woord micmac, volgens anderen aan het Mnl. woord mutemaque = muitmakerij. Vercouille meent echter in mikmak een afleiding te zien van het ww. maken. Omstreeks 1860 (en misschien vroeger) werd mikmak bij de infanterie echter ook gebruikt in de zin van oorlog en in de tweede plaats ook voor aanslagoefeningen.

De betekenis van oorlog zal wel ontwikkeld zijn uit de grondbetekenis van onenigheid, gekonkel. In het Franse soldatenjargon noemde men de oorlog la grande bagarre, waarbij bagarre = opstootje, relletje, knokpartij. Amerikaanse soldaten noemden de oorlog in hun taaltje the meatgrinder (de vleesmolen), terwijl de Duitsers de ironische term Ringelpietz (feestje) gebruikten.