Sinterklaaslexicon

Marie-José Wouters (2009)

Gepubliceerd op 24-10-2019

Varkens van marsepein voor sinterklaas

betekenis & definitie

In de sinterklaastijd maken bakkers varkens van marsepein.

Van oudsher hebben varkens met de late herfst te maken omdat ze in die tijd (november is de slachtmaand) geslacht werden.

Dit gebeurde juist dan omdat er niet genoeg voedsel was om de → dieren in de winter te voederen ook, of misschien wel juist, omdat het varken natuurlijk een flinke voedselvoorraad voor de winter gaf. Alles van het vetgemeste varken kon men gebruiken: vet, vlees en bloed.

Het varken was het zinnebeeld van vruchtbaarheid: denk maar aan de hoeveelheid biggen die een zeug kan krijgen. Daarom brachten varkens ook geluk. Het is niet voor niets dat er spaarpotten in de vorm van varkens werden/worden gemaakt.

Men offerde de varkens aan de god → Freir, de god van vruchtbaarheid. Dat zou geluk brengen. Later kregen deze offers op een andere manier vorm, bijvoorbeeld die van marsepein. Omdat sommige delen ervan niet bewaard konden worden, gaf het slachten ook de mogelijkheid tot flinke schranspartijen. Zulke eetfeesten brachten dorpelingen bij elkaar, ook van andere dorpen, waarbij het jongvolk aangemoedigd werd elkaar te leren kennen en op vrijerspad te gaan. (Dat mensen ook nu nog met Kerstmis graag veel en lekker eten, eventueel met veel gasten, zou op die eetfeesten zijn terug te voeren.)

Ook zouden de varkens verwijzen naar de god Fro, rijdend op een wagen die getrokken werd door een everzwijn met gouden borstels, waarvan het licht dag en nacht verhelderde.

Volgens de christelijke visie zijn Sint-Maarten (II november) en Sint-Nicolaas (6 december) dagen waarop juist voor en tijdens de vastentijd voor Kerstmis extra geslacht werd.

Méchin, 1982; Mezger, 1993.