•Noten, vruchten en gebak in de vorm van dierfiguren herinneren aan de geschenken die aan goden geofferd werden, om hun goedgunstigheid af te smeken.
•Het schoenzetten heeft waarschijnlijk ook te maken met het opvoedende karakter van het geschenkenfeest op de kloosterscholen in de 12de en 13 de eeuw: wie lui is krijgt straf, wie ijverig en gehoorzaam is een beloning.
→ Dieren → Schoen Geschenken in vroeger eeuwen Zoals op het 17de-eeuwse schilderij ‘Het Sint-Nicolaasfeest’ van Jan Steen te zien is, krijgt het meisje een Sint-Janspopje in een kameelharen mantel, met kruisstaf in de hand. Dit gaf men alleen in een katholiek gezin. De jongen krijgt een kolfstok met een houten of leren bal. Als lekkers zijn te zien: wafels, honingkoek, taaitaaipop, duivekater, ‘hylickmaker’ (een soort ontbijtkoek versierd met sukade en oranjesnippers; deze lange koek werd, net als de → ‘vrijer’, door verliefden aan elkaar gegeven). Ook is de voorloper van onze surprise te zien: een munt die verborgen is of in een appel gestoken. Bredero noemt in Moortje als geschenken: peperhuisjes vol suiker-‘erreten’, ‘boekende’ (= boekweit) flensjes, ‘warptol’, evangelie, boeken als Floris ende Blancefloer, De vier Heemskinderen, Fortunatus; verder een ‘schoolbord’ (dit was een houten schooltas), vijgen en noten.
Sint-Nicolaasgeschenken die voorkomen in 19de-eeuwse advertenties zijn toverlantaarns, poëziealbums, Sint-Nicolaaskikkers die als ze opgewonden worden door de kamer springen, sinterklaaspoëzie, zijden en wollen dasjes, Saksische kanarievogels, griffelkokers, gezelschapsspelen, uitsnijkartons. J.J. Goeverneur noemt in het boek De ondeugende kinderen (1852) suikergoed, banketletters, marsepein, ulevellen, chocoladesigaar, houten soldaat, en een schuiftrompet.
Bredero, 1615/1617; Emeis, 1981.