Sinterklaaslexicon

Marie-José Wouters (2009)

Gepubliceerd op 24-10-2019

Saint-Nicolas-de-Port

betekenis & definitie

Dit plaatsje ligt in de buurt van Nancy in Lotharingen. Het is de laatste plaats waar de Maas nog bevaarbaar is en het ligt op een kruispunt van oude handelsroutes: Italië-Nederlanden en Rijn-île-de-France.

Via deze routes is de Sint-Nicolaasverering waarschijnlijk verspreid, mogelijk door Otto III (996-1002), zoon van de Byzantijnse prinses Theophano. Nog voor de overbrenging van zijn gebeente naar → Bari werd Sint-Nicolaas hier al vereerd. Nadat de kruisridder Aubert de Varangéville vanuit Bari een vingerkootje had meegebracht (→ Legende 109), kwam de → verering pas echt goed op gang. Het vingerkootje bewaarde men eerst in een kapel. Al snel kwamen er zoveel pelgrims dat men besloot een kerk te bouwen, die in een pauselijke bul van 6 februari 1105 genoemd wordt. Hier zouden zich diverse wonderen voorgedaan hebben.

Zo was ridder Cunon de Réchicourt tijdens een kruistocht gevangengenomen door de Arabieren. Op 5 december 1240 vroeg hij Sint-Nicolaas om hem te bevrijden. Op dat moment braken zijn ketenen en stond hij plotseling voor de kerk in Saint-Nicolas-de-Port (Legende 110; deze legende heeft veel overeenkomsten met → Legende 59 van Adeodatus). Pelgrims geloven dat Sint-Nicolaas zo ook in letterlijke en overdrachtelijke zin mensen uit hun ‘ketenen’ kan bevrijden. Er hangen als dank aan Sint-Nicolaas daarom vele ketenen van gevangenen. Zo schreef in 1464 een gezant van de Boheemse koning al dat er zoveel kettingen hingen, dat vijftig wagens ze niet weg konden trekken.

In 1429 riep Jeanne d’Arc hier, toen ze op weg was naar haar eerste audiëntie bij hertog Charles II in Nancy, de hulp in van Sint-Nicolaas om haar tocht te doen welslagen. In 1477 riep hertog René II van Lotharingen aan de vooravond van de grote veldslag tegen Karel de Stoute van Bourgondië de hulp in van Sint-Nicolaas. De hertog won de veldslag, met als gevolg dat Lotharingen niet onder Bourgondië kwam. Sindsdien is Sint-Nicolaas → patroonheilige van deze landstreek. In 1600 kwamen er 200.000 pelgrims! De godsdienstoorlogen brachten in 1633 een eind aan de welvaart van Port: de hele stad inclusief de kerk werd in de as gelegd. Verschillende pestepidemieën decimeerden de bevolking.

Later werd de reliekschrijn (een versierd kistje waarin een relikwie bewaard wordt) gerestaureerd, maar de plaats kwam toch niet meer tot grote bloei. Er is echter nog wel een steen La bone pieren -, waarbij echtparen knielen om voor het komende jaar een gelukkig huwelijk af te smeken, en er is nog een beeltenis van Sint-Nicolaas met zijn hand in een zegenend gebaar.

Op 6 december vindt er een processie plaats waarin de reliekarm met daarin een vingerkootje van Sint-Nicolaas gedragen wordt. De tegenwoordige reliekarm dateert uit de 19de eeuw. De oorspronkelijke is tijdens de Franse Revolutie omgesmolten. Het vingerkootje bleef behouden: daar hadden de revolutionairen geen belangstelling voor. De zaterdag na de processie is er een optocht waarin behalve fantasie- en televisiefiguren elk jaar wagens meerijden met Sint-Nicolaas, die snoep gooit, Père Fouettard (de knecht die kinderen dreigt), de heer van Réchicourt (→ Legende 110), een slager met slagersmes en een door bloed besmeurd schort en een kuip met drie kinderen erin (→ Legende 15). Na de optocht is er een ceremonie in de kerk, waar ook de heer van Réchicourt bij is.

Na deze dienst wordt heilige olie uit Bari uitgedeeld. Op pinkstermaandag (de dag waarop de overbrenging van het vingerkootje wordt herdacht) vindt er weer een processie met de reliekschrijn plaats, waaraan tot voor kort ook de bisschop van Nancy deelnam. Tegenwoordig wordt de concurrentie van de kermis die er dan ook is, te groot.

→ Reliek Méchin, 1982; Mekking, 1996; Mezger, 1993; Regnard de Gironcourt, 1949.