Latijns-Nederlandsch Lexicon

Stephanus Axters (1937)

Gepubliceerd op 26-11-2020

FACTUM

betekenis & definitie

1. Maaksel.

2. Feit. Factum non praesumitur sed probari debet, Een feit wordt niet geondersteld, maar dient bewegen te worden. De facto, Feitelijk, DE BRUYNE, KUNSTPHILOSOPHIE 47, in feite. Ipso facto, Door de daad zelve, POTTERS iv, 318, door het feit zelf.
3. Gegeven. Factum immediatum experientiae externae, Onmiddeliijk gegeven van de uiterlijke waarneming. Factum primum, Eerste gegeven (CRITERIOLOGIE).