I. Keuze. Electio ... est eorum quae sunt ad finem, non autem ultimi finis, s.
THOMAS, SUM. C. GENT. iv, 95, Keuze is het om die dingen te doen die naar het doel brengen, niet om het laatste doel zelf. — Electio est appetitus praeconsiliati, s. THOMAS, COMM. IN VI ETHIC. NIC.
LECT. 2, Keuze is de begeerte van wat vooraf werd beraden. — Ipsa electio est quasi quaedam scientia de praeconsiliatis, s. THOMAS, QU. DISP. DE VERITATE Q. 24, A. i, AD 17, Keuze is als inlicht in wat werd beraden. — Electio voluntarium est, S. THOMAS, COMMENT. IN III ETHIC.
Nic. LECT. II, Keuze is iets willijks. — Ad rec tam electionem non solum sufficit inclinatio in debitum finem quod est directe per habitum virtutis moralis; sed etiam quod aliquis directe eligat ea quae sunt ad finem, S. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 65, A. I, C., Voor een rechtmatige keuze volstaat niet de geneigdheid tot een gepast einddoel, daar zorgt nl. de hebbelijkheid der zedelijke deugd voor-, maar nog dient wat tot bewust doel zal brengen rechtstreeks gekomen te worden (ZIELKUNDE).
2. Uitverkiezing, POTTERS IV, 85. Electio acterna, Eeuwige uitverkiezing. Electio gratuita, Onverdiende uitverkiezing. Electio praedestinationis aeternae, Uitverkiezing van eeuwige voorbeschikking. Electio praesentis iustitiae, Uitverkiezing tot een tijdelijk deugdzaam leven. Electio temporalis, Tijdelijke uitverkiezing (DOGMATIEK).
