Latijns-Nederlandsch Lexicon

Stephanus Axters (1937)

Gepubliceerd op 26-11-2020

COMMUNIS

betekenis & definitie

1. Gemeen, JANSSENS, DE H.

DRIEVULDIGHEID 167, gemeenschappelijk. Non ... idem est quod proprium et quod commune; secundum propria quidem differunt, secundum autem commune miuntur, S. THOMAS, I DE REGIM. PRINC. C. I, Eigen en gemeenschappelijk zijn niet hetzelfde naar het eigene loopen namelijk de wezens uiteen, naar het gemeenschappelijke hooren ze samen.Quod est commune multis, non est aliquid praeter multa, nisi sola ratione, S. THOMAS, SUM.

C. CENT.I, 26, Wat aan velen gemeen is, staat alleen in begrijpelijk opzicht buiten die velen.ld quod commune est vel universale, sine additione esse non potest, sed sine additione consideratur, s. THOMAS, SUM. C. GENT. i, 26, Wat gemeenschappelijk of algemeen is kan niet zonder nog iets er bij zijn, maar wordt wel zonder nog iets er bij beschouwd.Communis absolute, Volstrekt gemeenschappelijk. Communis aequivoce, Naar de gelijknamigheid gemeenschappelijk. Communis analogice, In deelsgelijkenden zin gemeenschappelijk. Communis per participationem, Gemeenschappelijk door deelhebbing. Communis sccundum praedieationem, Gemeenschappelijk wat de zegging betreft. Communis secundum rationem, In begrippelijk opzicht gemeenschappelijk. Communis secundum rem, Wat de zaak betreft gemeenschappelijk. Communis univoce, Naar de eenzinnigheid gemeenschappelijk.

2. Algemeen.

Communias est nobilius, Hoe algemeener, zoo voortreffelijker.

3. Gewoon.