Latijns-Nederlandsch Lexicon

Stephanus Axters (1937)

Gepubliceerd op 26-11-2020

BONUM

betekenis & definitie

1. Afgetrokken

a) Het goede (Tgd MALUM, Het kwaad). Convenientiam ... entis ad appetitum exprimit hoc nomen bonum, S. THOMAS, QU. DISP. DE VERITATE Q. I, A. I, C., Dat een wezen geschikt is om ons streefvermogen te voldoen, wordt met het woord «goed» te kennen gegeven.Malum ex singularibus defections conting(i)t, bonum autem ex tota et integra causa, S. THOMAS, QU. DISP. DE VERITATE Q. 25, A. 5, AD 5, Eén enkel gebrek volstaat opdat iets slecht opdat echter een uitwerksel goed zij moet de oorzaak heelemaal en volkomen goed zijn.Pulchrum et bonum ... ratione differunt, nam bonum proprie respicit appetitum; ... pulchrum autem respicit vim cognoscitivam, s. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 5, A. 4, AD I, Het goede en het schoone ... verschillen naar hun begrip, want het goede staat in verhouding tot het streefvermogen .., het schoone echter staat in verhouding tot het kenvermogen.Pulchrum et bonum in subiecto quidem sunt idem, quia super eandem rem fundantur, scilicet super formam, et propter hoe bonum laudatur ut pulchrum, IBIDEM, Wel zijn het goede en het schoone hetzelfde naar hun subjekt, omdat ze denzelfden grondslag hebben, nl. den vorm, en daarom wordt het goede aangezien voor iets schoons, THEOL. SUM. 1, 118. — Verum et bonum positive dicuntur, unde non possunt addere nisi relationem, quae sit rationis tantum, S. THOMAS, QU. DISP. DE VERITATE Q. 2I, A. i, c., Het ware en het goede worden op stellige wijze bedoeld en kunnen dus het wezen alleen een redebetrekking toevoegen.Bonum... et ens convertuntur, s. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 18, A. I, c., ’t Goede en ‘t zijnde zijn verwisselbaar, DE COCK, OVER DE MENSCHELIJKE DADEN 57. — Verum et bonum convertuntur, Het ware en het goede zijn omkeerbaar. Bonum et verum se mutuo includunt, Het goede en het ware sluiten elkaar in. Unumquodque tantum habet de bono, quantum habet de esse, Alles is goed in zoover het is.Oportet ... quod alia tria (mum, verum, bonum) super ens addant aliquid quod ens non contrahat; si enim contraherent ens, iam non essent prima, s. THOMAS, QU. DISP. DE POTENTIA, Q. 9, A. 7, AD 6, De andere drie eerste begrippen, «één» nl., « waar» en «goed » dienen het begrip « wezen >> iets toe te voegen dat het niet beperkt, indien ze het immers beperkten zouden ze niet langer eerste begrippen zijn.Bonum ... sicut et ens, cum convertatur cum eo, invenitur in quolibet praedicamento, S. THOMAS, COMM. IN I ETHIC. Nic. LECT. 6, Het goede schuilt evenzeer als het wezen waarmee het ruilbaar is onder alle hoofdbegrippen. Bonum et malum sunt in rebus, verum et falsum sunt in mente, Goedheid en slechtheid hooren in de dingen, waarheid en onwaarheid in den geest thuis.Bonum est diffusivum sui, Het goede is van nature mededeelzaam, POTTERS II, 84. — Bonum additum bono facit malus, Goedheid doet, wanneer ze bij goedheid gevoegd wordt, deze toenemen.Bonum difficilius constituitur, quam malum, Het valt moeilijker iets goeds, dan iets slechts uit te werken.Bonum est naturaliter prius malo, Van aard uit is het goede het kwade voor.Bonum est potentius malo, Het goede haalt het op het slechte.Bonum et malum sunt genera contrariorum, Goed en slecht zijn een soort van tegenstrijdigheden.Bonum proprie (est) motivum appetitus, S. THOMAS, COMM. IN I ETHIC. NIC. LECT. I. Het goede zet het streefvermogen in beweging.Bonum uniuscuiusque rei in quadam unitate consistit, Het goede van ieder ding bestaat in een zekere eenheid.Bonum non est bono contrarium, De eene goedheid kan niet strijdig zijn met de andere.Eadem ... ratio boni et finis est, S.THOMAS, COMM. IN II METAPHYS., LECT. 4, Goedheid en einddoel hebben een zelfden grond.Malum est ut in pluribus, bonum ut in paucioribus, Kwaad komt veel meer voor dan goed.Malum non totaliter consumit bonum, Biet kwade kan nooit heelemaal het goede te niet doen.Malum aliquando sequitur ex bono, Uit het goede volgt wel eens kwaad. Malum est in aliquo bono, Het kwaad kleeft immer iets goeds aan. Bona non sunt facienda, ut veniant mala, Het goede mag niet verlicht worden om iets kwaads te bewerken.Bonum absolute, Het volstrekt goede (Tgd Bonum alterius, Wat goed is in verhouding tot een ander). Bonum accidentale, Bijkomstig

goed. Bonum actionis, Het goede der handeling. Bonum agentis, Het goed van den werker. Bonum alterius, Wat goed is in verhouding tot andere wezens (Tgd Bonum absolute, Het volstrekt goede). Bonum antecedens, Voorafgaand goed. Bonum completum, Volledig goed. Bonum consequens, Nakomend goed. Bonum consummatum, Volkomen goed. Bonum deficiens, In gebreke blijvend goed, ontoereikend goed. Bonum entitativum, ’t Wezensgoede, het zijnsgoede. Bonum essentiale, Wezenlijk goed. Bonum essentialiter, ’t Wezenlijk goede. Bonum formaliter, Het goede als zoodanig. Bonum hominis, Het goede van den mensch. Bonum imperfectum,’t Onvolmaakt goede. Bonum improportionatum, Het ongeëvenredigd goede. Quando unum illorum bonorum est improportionabile ad aliud, tunc ... non addit, ut faciat ipsum melius, S. BONAVENTURA, COMM. IN III SENTENT. D. 9, DUB. 3, Wanneer iets goeds tot iets anders dat ook goed is niet geëvenredigd is, dan wordt bet tweede door toevoeging van het eerste niet beter.Bonum in accidente, Wat goed is in een bijkomstigheid. Bonum in aliquo genere, Wat goed is op een bepaald gebied. Bonum in genere entis, Het wezensgoede, het zijnsgoede. Bonum in omni genere, Wat in alle opzichten goed is. Bonum in se, Het volstrekt goede (Tgd Bonum alterius, Wat goed is in verhouding tot een ander). Bonum in substantia, Wat goed is in de zelfstandigheid.

Bonum inhaerens, ’t Aanklevend goede. Bonum materialiter, Het goede niet als zoodanig beschouwd. Bonum meritorium, ’t Verdienstelijk goede. Bonum morale, ’t Zedelijk goede. Bonum moris, Het goede in de zeden. Bonum obiectivum, Het objectief goede. Bonum ordinis, Het goede van de orde. Bonum ordinis universi, Het goede van de orde in het heelal. Forma quam principaliter Deus intendit in rebus creatis, est bonum ordinis universi, S. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 49, A. 2, C., De vorm waar het God bij de schepselen vooral om te doen is is het goede van de orde van het heelal.Bonum participative, Wat door deelachtigheid goed is. Bonum particulare, Bizonder goed. Bonum ... hoc vel illud particulare habet quod sit appetibile, inquantum est similitudo primae bonitatis, S. THOMAS, SUM. C.

GENT. III, 24, Dit of geen bizonder goed is bestreefbaar in zoover het een afstraling biedt van de eerste goedheid.Bonum per accidens, ’t Toevallig goede. Bonum per essentiam, Het van wezen uit goede. Bonum per participationem, Wat goed is door deelhebbing. Bonum per se, Wat in zich zelf goed is. Bonum perfectum, Het volmaakt goede (Bonum) si non appetitur ut bonum perfectum, quod est ultimus finis, necesse est ut appetatur ut tendens in bonum perfectum, S. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. I, A. 6, C., Het goede dat niet als volmaakt goed, dit is als laatste einddoel wordt nagestreefd, wordt noodzakelijk als middel tot het volmaakte goed nagestreefd.Bonum physicum, Het goede in de natuur, het physisch goede. Bonum primum, Het eerste goed. Bonum proportionatum, Het geëvenredigde goed. Bonum proprie, Het eigenlijk goede. Bonum quod convertitur cum ente, Het goede dat met het zijnde ruilbaar is (Tgd Bonum quod est in genere qualitatis, Het goede dat bij het hoofdbegrip « hoedanigheid » thuishoort, het goede dat het zijnde nader bepaalt). Bonum quod est in genere qualitatis, Het goede dat hij het hoofdbegrip « hoedanigheid » thuishoort, het goede dat het zijnde nader bepaalt (Tgd Bonum quod convertitur cum ente, Het goede dat met het zijnde ruilbaar is. Bonum relative, Wat goed is in verhouding tot andere wezens. Bonum secundum quid, Goed onder zeker opzicht, VAN BENTHEM, I, 36. Bonum secundum se, Het volstrekt goede (Tgd Bonum alterius, Wat goed is in verhouding tot andere wezens). Bonum separatum, Het afgescheiden goede. Bonum separatum, quod est primum movens, est melius bonum bono ordinis, quod est in universo, S.

THOMAS, COMM. IN XII METAPHYS. LECT. 12, Het afgescheiden goede, d.w.z. de eerste beweger, is voortreffelijker dan het goede van de orde dat het heelal bevat.Bonum simpliciter, Het goede zonder meer, THEOL. SUM. 1, 106; het alzijdig goede, VAN BENTHEM 1, 18. Bonum subsistens, Het op zich zelf staande goede. Bonum substantiae, Het zelfstandig goede. Bonum summum, Het opperste goed. Ipsum summum bonum quodammodo appetitur in quolibet bono, S. THOMAS, COMM. IN I ETHIC.

NIC. LECT. I, Het opperste goed zelf wordt eenigszins in alle goed nagestreefd. Ultimus ... finis est ipse Deus, quia ipse est summum bonum, S. THOMAS, SUM. C. GENT.

I, 74, God is, daar Hij toch het opperste goed is, ook het laatste einddoel.Nihil est bonum, nisi in quantum est quaedam similitudo et participatio boni sum mi, s. THOMAS, COMM. IN I ETHIC. NIC. LECT. I, Niets is goed behalve in zoover het gelijkenis met en deelhebbing aan het opperste goed beteekent.Bonum superabundans, Overvloeiend goed. Bonum transcendentale, Overtreffend goed, bovenhoofdbegrippelijk goed. Bonum transumptive, Het overdrachtelijk goede. Bonum virtutis, Het goede van de deugd. Bonum unius virtutis non contrariatur bono alterius virtutis, S.

THOMAS, QU.DISP. DE CHARITATE A. 12, AD 12, Het goede van één deugd kan niet met het goede van een ander deugd in strijd zijn.

b) Het goede. Bonum cuiusque rei est in hoe, quod sua operatio sit conveniens suae formae, S.THOMAS, COMM. IN II ETHIC. NIC. LECT. 2, Het goede van elk wezen bestaat hierin, dat zijn handelen strooke met zijn vorm.Primum principium in ratione practica est, quod jundatur supra rationem boni, quae est bonum est, quod omnia appetunt, S. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 94, A. 2, C., Het eerste beginsel van het praktische verstand steunt op het begrip goed; dit begrip is nl. het goede is datgene waar alles naar streeft.Cum dicitur bonum est quod omnia appelunt, non sic intellegitur quasi unumquodque bonum ab omnibus appetatur; sed quia quidquid appetitur rationem boni habet, s. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 6, A. 2, AD 2, Het gezegde « Het goede is datgene waar alles naar streeft», moet niet aldus begrepen worden, alsof elk goed door allen werd nagestreefd, doch in dien zin, dat alles wat nagestreefd wordt eenig goed is, THEOL. SUM. I, 135. — Est ... bonum, quod omnia appetunt, et ideo habet rationem finis, S. THOMAS, SUM. THEOL.II, Q. 5, A. 4, AD I, Het goede staat in verband met het streefvermogen het goede is immers datgene waar alles naar streeft, THEOL. SUM. I, 118. — Cum ... bonum sit quod omnia appetunt, de ratione boni est quod in eo quietetur appetitus, S. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 27, A. I, AD 3, Daar het goede dat is wat allen nastreven, brengt de aard van het goede mee dat het het streefvermogen moet bevredigen.Allo ... modo apprehendit bonum intellectus et sensus. Nam intellectus apprebendit bonum secundum universalem rationem boni; sensus autem apprebendit sub determinata ratione boni, S. THOMAS, COMM. IN III DE ANIMA LECT. 14, Het goede wordt door het verstand en door de zintuigen niet op dezelfde wijze waargenomen. Het verstand neemt nl. het goede waar onder het algemeene opzicht van « goed »; de zintuigen integendeel onder een bepaald opzicht.Bonum absolutum, Volstrekt goed. Bonum abstractum, Afgetrokken goed. Bonum actuale, Daadwerkelijk goed. Bonum adquisitum, Aangeworven goed. Bonum aestimatum, Vermeend goed. Bonum aeternum, Eeuwig goed. Bonum agibile, Doenbaar goed. Bonum alienum, Oneigen goed. Bonum apparens, Schijngoed. Bonum appetibile, Nastreefbaar goed. Aliquid apprehensum per sensum habet rationem boni appetibilis, inquantum est detetabile secundum sensum; et ad hoe bonum ordinatur concupiscibilis, s. THOMAS, COMM. IN III DE ANIMA LECT. 14, Iets dat door de zintuigen wordt waargenomen is een nastreefbaar goed in zoover het de zintuigen genoegen brengt en tot dat goed wordt het begeervermogen geordend.Bonum apprehensum, Waargenomen goed. Objectum ... appetitivae (potentiae) est bonum apprehensu S. THOMAS, COMM. IN in DE ANIMA LECT. 14, Voorwerp van het streefvermogen is het waargenomen goed. — Bonum arduum, Last meebrengend goed. Bonum causatum, Veroorzaakt goed, teweeg gebracht goed. Habere modum, speciem, et ordinem, pertinet ad rationem boni causatised bonum in Deo est sicut in causa, unde ad eum pertinet imponere aliis modum, speciem et ordinem, S. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 6, A. I, AD I, Maat te hebben, gesoortschikt te zijn en geordend te zijn is het teweeggebrachte goed eigen-, het goede echter hoort bij God als bij zijn oorzaak en zoo komt het God toe andere wezens maat, een soortelijken vorm en orde in te prenten.Bonum cognitum, Gekend goed. Obiectum voluntatis (est) bonum cognitum, s. THOMAS, COMM. IN III ETHIC. NIC., LECT. 3, Voorwerp van den wil is het gekende goed.Bonum commune. Algemeen welzijn, BEYSENS, ETHIEK I, 90, gemeenschapsgoed, VAN SANTÉ, 26. Bonum commune melius est bono privato, Het gemeenschapsgoed is voortreffelijker dan het goede van den enkeling.Bonum, quo communius, eo divinius, s. THOMAS, COMM. IN IV SENTENT., D. 49, Q. I, A. I, SOL. I, AD 3, Hoe meer het goede gemeenschappelijk is, hoe meer is het ook goddelijk.Oportet ...praeter id quod movet ad proprium bonum uniuscuiusque, esse aliquid quod movet ad bonum commune mullorum, S. THOMAS, I DE RF.GIMINE PHINCIPUM, C, I, Behalve dit wat tot het welzjn van elk in het bijzonder drijft, moet er nog iets zijn dat op het algemeen welzijn van velen richt. — Ordinare ... aliquid in bonum commune, est vel totius multitudinis, vel alicuius gerentis vicem totius multitudinis, S. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 90, A. 3, C., Iets ordenen ... met betrekking tot het algemeen welzijn komt, ofwel aan de geheele gemeenschap, ofwel aan iemand, wien de zorg voor de gemeenschap is opgedragen, toe, THEOL. SUM. X, II. Bonum completivum, Vervolledigend goed. Bonum coniunctum, Toegevoegd goed. Bonum connaturale, Met de natuur strookend goed. Bonum conveniens, Passend goed. Voluntati ipsi inest naturalis quidam appetitus sibi convenienlis boni, et praeter hoe habet appetere aliquid secundum propriam determinationem, non ex necessitate, quod ei competit, in quantum voluntas est, s. THOMAS, QU. DISP. DE VERITATE Q. 22, A. 5, C., In den wil is eenerzijds een natuurstreving naar het goede dat met den wil strookt, en anderzijds kan hij naar eigen keuze en vrij iets nastreven, dit laatste nu komt hem als wil toe.Bonum corporale, Lichamelijk goed. Bonum corruptibile, Vergankelijk goed. Bonum creatum, Geschapen goed. Bonum creaturae, Goed van het schepsel. Bonum delectabile, Genotsgoed, behaaglijk goed. Bonum determinatum, Bepaald goed. Bonum divinum,

Goddelijk goed. Bonum domesticum, Gezinswelzijn, NIKKEL 74. Bonum Ecclesiae, Welzijn der Kerk. Bonum extrinsecum, Uiterlijk goed. Bonum familiae, Gezinswelzijn, NIEKEL 74. Bonum fictum, Gewaand goed. Bonum finale, Eindgoed. Bonum finiens, Eindgoed. Bonum finitum, Eindig goed. Bonum fortunae, Het goede van het lot. Bonum futurum, Toekomstig goed. Bonum gentis, Welzijn van het volk. Esse ... partis est propter esse totius, unde et bonum gentis est divinius quant bonum unius hominis, S. THOMAS, SUM. C. GENT. III, 17, De deelen bestaan om het geheel en zoo is het welzijn van het volk tneer goddelijk dan het welzijn van een mensch.Bonum gloriae, Het goede der heerlijkheid. Bonum gratiae, Het goede der genade. Bonum honestum, Behoorlijk goed, BEYSENS, ETHIEK I, 92, Eerzaam goed, voegzaam goed.

Bonum huic,
Goed voor iemand. Bonum humanum, Menschelijk goed. Bonum increatum, Ongeschapen goed. Bonum individui, Goed van den enkeling. Bonum infinitum, Oneindig goed. Bonum intellectuale, Verstandelijk goed. Bonum intellectus, Verstandsgoed. Bonum intentum, Beoogd goed. Bonum intentum in unaquaque operatione vel electione dicitur finis, S. THOMAS, COMM. IN I ETHIC. NICOM. LECT. 9, Het goede dat bij elke handeling of miskende beoogd wordt heet doel.Bonum multitudinis, Welzijn der gemeenschap. Bonum naturae, Natuurgoed. Bonum naturale, Natuurlijk goed. Bonum operabile, Doenbaar goed. Bonum partium, Goed der onderdeelen. Bonum totius est bonum partium, Het welzijn van het geheel is ook het welzijn der onderdeelen. Bonum participatum, Ten deel gekregen goed. Bonum particulare, Bizonder goed. Bonum patriae, Welzijn van het vaderland. Bonum personale, Persoonlijk welzijn. Bonum politicum, Staatswelzijn. Bonum principale, Voornaamste goed. Bonum privatum, Persoonlijk welzijn. Bonum proprium, Eigen goed, eigen welzijn. Bonum publicum, Openbaar welzijn. Bonum rationis, Goed der rede. Bonum secundarium, Ondergeschikt goed. Bonum sensibile, Zintuigelijk goed. Bonum sensus, Zintuigelijk goed. Bonum simpliciter, Onvoorwaardelijk goed. Bonum singulare, Afzonderlijk goed. Bonum societatis, Gemeen welzijn, NIEKEL 27, gemeen goed. Bonum speciei, Welzijn der soort. Bonum spirituale, Geestelijk goed, geestelijk welzijn. Bonum subiectivum, Het subjektief goede. Bonum supernaturale, Bovennatuurlijk goed. Bonum terminans, Eindgoed. Bonum terrenum, Aardsch goed. Bonum totius, Welzijn van ’t geheel. Bonum totius est bonum partium, Het welzijn van het geheel is ook het welzijn der onderdeelen.Bonum ultimum, Laatste goed. Bonum universale, Het algoede, DE COCK, OVER HET GELUK 21. Nihil potest quietare voluntatem hominis nisi bonum universale, S. THOMAS, SUM.

THEOL. I-II, Q. 2, A. 8, C., Niets kan den wil van den mensch bevredigen behalve het algoede, DE COCK, OVER HET GELUK, 213. — Bonum utile, Het nuttig-goede, PLATENBURG, ZEDELEER 4344, nuttigheidsgoed. Bonum verum, Waar goed.

2. Concreet Goederen. Bona animae, Zielsgoederen. Bona communia, Goederen der gemeenschap, SALSMANS, RECHT, PLICHT. 192, gemeenschappelijke goederen. Bona commutabilia, Ruilgoederen. Finis ... ultimus in amore commutabilium bonorum est ipse homo, propter quem omnia alia quaerit, S. THOMAS, COMM. IN II SENTENT., D.42, Q. 2, A. I, SOL .,De liefde tot ruilgoederen heeft als laatste einddoel den mensch zelf, om wie al het andere gezocht wordt. Bona coniungalia, Echtelijke goederen. Bona consumptibilia, Verbruikbare goederen. Bona consumptiva, Verbruiksgoederen. Bona corporea, Lichamelijke goederen. Bona corporis, Lichamelijke goederen. Bona derelicta, Verlaten goederen, SALSMANS, RECHT, PLICHT. 350. Bona dotalia, Wettelijke bruidschat, SALSMANS, RECHT. PLICHT. 193. Bona ecclesiastica, Kerkelijke goederen. Bona externa, Uiterlijke goederen. Bona fortunae, Goederen der fortuin. Bona fungibilia, Vervangbare goederen. Bona gratiae, Genadegoederen, VAN SANTE 40. Bona immobilia, Onroerende goederen. Bona incommutabilia, Niet ruilbare goederen. Bona incorporea, Onlichamelijke goederen. Bona intermedia, Tusschengoederen. Bona interna, Inwendige goederen. Bona materialia, Stoffelijke goederen. Bona matrimonii, Huwelijksgoederen. Bona mobilia, Roerende goederen. Bona naturae, Natuurgoederen, VAN SANTÉ 40-41. Bona non consumptibilia, Onverbruikbare goederen. Bona non fungibilia, Onvervangbare goederen. Bona nullius, Onbeheerde goederen, SALSMANS, RECHT, PLICHT. 350. Bona paraphernalia, De eigen goederen van de vrouw, IBIDEM 193. Bona productiva, Voortbrengende goederen. Bona productiva immobilia, Onroerende voortbrengende goederen. Bona stabilia, Blijvende goederen.