Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

zaag

betekenis & definitie

(in Vlaanderen) zeurkous; zaniker. ‘Wat een zaag van een vent’. De uitdrukking een zaag spannen betekent: zeuren, zaniken.

Komt dien ouwe zaege ook op je verjaerienge? (H.C.M. Ghijsen, Woordenboek der Zeeuwse dialecten, 1964)

En als man die twee grote fabrieken uit de grond had gestampt, kon hij allesbehalve een uil genoemd... alleen maar een zaag, want zijn ‘recht op antwoord’ in Recht En Vrijheid besloeg meestal twee volle pagina’s dor en droog proza... (Louis Paul Boon, Pieter Daens of hoe in de negentiende eeuw de arbeiders van Aalst vochten tegen armoede en onrecht, 1971)