(jeugdtaal) waardeloos persoon; klootzak. Zie ook zaadbal.
Zaadhaas, eikel, waardeloze vent: waarom heeft die zaadhaas niets gezegd. Hij wist toch dat we verkeerd reden. (Cor Hoppenbrouwers, Jongerentaal, 1991)
‘Het zijn gewoon domme zaadhazen.’ (Nieuwe Revu, 27/12/1996)