Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

wegpiraat

betekenis & definitie

roekeloze chauffeur die de verkeersregels aan zijn laars lapt en hierdoor het leven van anderen in gevaar brengt. Vgl. zondagsrijder.

Dat wij scherp optreden tegen echte ‘wegpiraten' hard zouden toejuichen, spreekt vanzelf. (Het Vaderland, 24/07/1939)

De politie meende met een wegpiraat te doen te hebben. (Nieuwe Rotterdamsche Courant, 06/03/1953)