Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

waterchinees

betekenis & definitie

zonderling persoon; iemand die zich raar gedraagt. Volgens het WNT letterlijk ‘een Chinees die, overboord gezet, op een bamboematje zit te vissollen’.

In de letterlijke betekenis slechts in één bron gevonden. Vgl. pindachinees poepchinees.Daar vergis je je leelijk in; Sir scheele Waterchinees, en dat gaatje ook niemendal aan. (Willem Roda, Eli Heimans, 1889)

Onze vaart in de Chineesche wateren heeft een uitdrukking in onze volkstaal gebracht. In de jaren zestig der vorige eeuw namelijk noemden wij jongens te Rotterdam een wonderlijk mensch ‘waterchinees’. (H.P.N. Muller, Malakka en China, 1918)

‘Jullie bent een paar rare waterchineezen,’ zuchtte Kees. (Cissy van Marxveldt, De H.B.S. Tijd van Joop ter Heul, 1921)