Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

versliegeraar, versliegenaar

betekenis & definitie

(Bargoens) verrader; informant van de politie. Uit het Jiddisch s’licho (vergeving).

Versliegeren of versmiegelen is een onderwereldterm voor ‘verraden, aangeven’. Kluge meldt ‘verschliechen verrathen.’ Reeds bij De Beer & Laurillard.Of ’k door de grond ging, toen Nol dat zei, want als je stinkt, dan ben je een versliegeraar en bij alleman uitgebanne als een schurftlijer! (Willem van Iependaal, Polletje Piekhaar, 1935)

‘Want,’ zegt hij, ‘ik kan je nog niet, dus ik weet niet of jij een versligeraar ben.’ (H. van Aalst, Onder martieners en bietsers, 1946)

Ik ben toch geen versliecheraar. (Simon Vinkenoog, Liefde, 1965)