Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

verlengsnoer

betekenis & definitie

lang en mager persoon. Syn.: aangeklede kapstok (lantaarnpaal, spijker).

Zo zou ook de huidige Ajax-spits John van Loen het afgelopen seizoen in België meer geleden hebben onder de aanduidingen inzake zijn bovengemiddelde lengte asperge, lantaarnpaal, verlengsnoer, struisvogel dan hij wilde toegeven. (HP/De Tijd, 23/08/1991)