gulzigaard; slokop. Aanvankelijk gebruikt voor een marterachtig roofdier.
Zou die veelvraat, die zuiper, die ware Goede Lamzak, zooals Claes, de smid, hem noemde, nu ook nog de keukenmeiden gaan opvrijen? vroeg Tijl zich af. (Jan Bruylants, Tijl Uilenspiegel in Vlaanderen, 1904)