Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

sodemieter

betekenis & definitie

(vaak voorafgegaan door omschrijvingen zoals: arme, rare, rijke, vieze, vuile enz.) verachtelijk persoon. Oorspronkelijk sloeg het woord op een inwoner van het bijbelse Sodom, een stad van zonden (Gen, 18 en 19) en vandaar: ‘iemand die sodomie (tegennatuurlijke ontucht) bedrijft; homoseksueel’.

Hij had ten minste gezeid dat-i ze d’r harses in zou slaan, die vuile sodemieters! die ’m d’r in gebrocht hadde! (Frans Coenen, Zondagsrust, 1902)Tegen zoo’n rijke sodemieter zou-d-ie wel een toontje lager zingen. (H. Hartog, Sjofelen, 1902)

Is ’t geen schandaal van belang dad-ze je belette te werke? De sodemieters! (Herman Heijermans, Diamantstad, 1904)