Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

smeris

betekenis & definitie

net zoals klabak een Bargoens scheldwoord voor ‘politieagent’. Wellicht het bekendste Nederlandse pejoratief voor deze beroepsaanduiding.

Aanvankelijk dacht men aan smeren in de zin van ‘slaan’, vooral in de uitdrukking iemand smeer geven of hem afsmeren. Men hield een agent dus voor iemand wiens voornaamste bezigheid zou zijn erop te ranselen.

Het woord werd echter ontleend aan het Jiddisch en komt van shamar (bewaken) en shaumir (bewaker). Het Duitse Schmiere steken (op smeris staan) betekent: op wacht staan, op de uitkijk staan.

Een knolsmeris is een bereden agent, terwijl een knopsmeris een aanduiding is van een brigadier.Toen kwamme d’r een paar andere smerisse bij en die woue met geweld beginne. (Herman Heijermans, Kamertjeszonde, 1898)

We ginge er vandoor en bleve weg tot het fout liep en de stille smerisse ons grepe en opbrachte om wijer af te studere. (Willem van Iependaal, Polletje Piekhaar, 1935)

Wat moeten die smerissen van me, overwoog hij... (Jan Mens, Er wacht een haven, 1950)