Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

slimbo

betekenis & definitie

gladde jongen; gewiekst iemand. Turbotaal uit de jaren negentig.

Aanvankelijk van toepassing op een hoogbegaafd kind. Later kreeg het woord negatieve associaties.Ja, die zat hier tussen de struiken, slimbo! (Rascha Peper, Rico’s vleugels, 1993)

En als politiek okeeë slimbo, als zakenman-met-het-hart-desondanks-op-de-juiste-sociaaldemocratische-plaats, ben ik natuurlijk bij uitstek in de positie om mensen dat gevoel te geven. (HP/De Tijd, 14/04/2000)