Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

sacho,saggo

betekenis & definitie

(jeugdtaal) sacherijn; zeurderig iemand. Sedert de jaren tachtig.

Vermeld door Kuitenbrouwers (1987). Zie ook chaggerijn.Echt wat je zegt een dichter. De in zichzelf gekeerde narcist, broedend op die ene regel. Maar op het affiche staat een balende sacho, geen macho dus, die met een leren jasje dat hij even leende van collega De Winter (weet ik dan weer uit betrouwbare bron) probeert voor te wenden dat een verkouden gezicht eigenlijk een gemeen gezicht zou moeten zijn. (HP/De Tijd, 18/04/1997)