Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Pottentrien

betekenis & definitie

lomp vrouwspersoon; boerentrien.

Wat ziet die mama van Van Raven er uit. Net een pottetrien. (Louis Couperus, De boeken der kleine zielen, 1901-1903)

Ten eerste de waardin, een vette pottetrien... (De Groene Amsterdammer, 11/09/1926)

Voor dikkertjes: zij is wel een matrone, pottetrien, een patapoef. (Agnies Pauw van Wieldrecht, Vin-je dat we een hoed op moeten? Persoonlijke herinneringen aan een bijna vervlogen levensstijl, 2003)