Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Patjepeeër, patjepee, patjepooier, parvenu

betekenis & definitie

patserig figuur die met geld zijn liederlijke streken probeert te verhullen; proleet die zich in de beau monde ophoudt maar door de elite wordt afgewezen wegens gebrek aan beschaving. Volgens Van Dale is patjepeeër na 1950 opgekomen en gevormd in de context van patser en plebejer.

Mogelijk is patjepooier de oervorm.Echte zwervers en patjepooiers. (A.M. de Jong, Notities van een landstormman, 1917) Maar die Harry, alias Blondin, een Australiër van geboorte, bleek later toch wel ’n rare patjepee te wezen. (Nieuwe Rotterdamsche Courant, 25/04/1926)

Ik kan er niet meer tegen, tegen die patjepeeërs. (Max Dendermonde, De deur op een kier, 1958)