Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Patatgeneratie

betekenis & definitie

jonge sportlui die veel ongezond voedsel (patat, hamburgers enz.) gebruiken en daardoor slechte prestaties leveren. Deze term werd in 1989 gelanceerd door de vroegere Ajax-trainer Leo Beenhakker, volgens eigen zeggen niet in de pejoratieve zin waarin het algemeen werd opgevat.

De patatgeneratie is het modern equivalent van wat men vroeger de jansaliegeest noemde. Meer algemeen ook van toepassing op de generatie jongeren die bijna alles gekregen heeft zonder er veel voor te doen. Deze jeugdige personen zijn alleen gericht op materiële zaken en willen daar desnoods hun ouders voor uitkleden, interesseren zich nauwelijks voor politiek en zijn op alle vlakken uitermate verwend. Patatgeneratie, daar heb je weer zo’n voetbalwoord dat kant noch wal raakt. Alsof wij geen patat aten? (Nieuwe Revu, 28/12/1989)

Wassenaar zegt niet verontrust te zijn door de verhalen van vooral Ajax-trainer Leo Beenakker over de ‘patat-generatie’, waarmee jonge voetballers worden bedoeld die onder meer ongezond eten: kroketten, hamburgers en patatjes-met. (NRC Handelsblad, 12/01/1990) De jongeren van nu maken deel uit van de disco- en patatgeneratie. (Vrij Nederland, 15/10/1994)