Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Minkukel

betekenis & definitie

dom persoon, sufferd. Creatie van striptekenaar Maarten Toonder (door hem gelanceerd op 23 februari 1963 in het verhaal ‘Het kukel’).

Kukel is Toonderterminologie voor IQ.In het verhaal ‘Tom Poes en de kukels’ proberen eigenaardige figuren van iedereen de herseninhoud te meten, in de hoop dat ze iemand met een plus-kukel vinden. Jammer genoeg vinden ze alleen min-kukels: figuren met een lage intelligentie. Aanvankelijk klonk het: U hebt een min-kukel. Later werd dit: U bent een min-kukel! Het WNT citeert de Volkskrant van 12 november 1974. Onze Taai signaleert het woord ook in haar novembernummer van 1978. Een variant is: prof (doctor) in de minkukelogie. Er bestaat eveneens een werkwoord minkukelen.

Wat wil je dan, minkukel? (W.F. Hermans, Uit talloos veel miljoenen, 1981)

Op de inhoud van Massons lezing gingen ze vanzelfsprekend niet in. Een minkukel, noemden ze hem. (Bert Hiddema, Wiener Bloed, 1986)

Stelletje minkukels! Ga eens even gewoon aan het werk! (Leo Derksen, ’n Aap op ’n fiets, 1987)