Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Matras

betekenis & definitie

meisje of vrouw die met iedere man naar bed gaat; hoer. In het homojargon gebruikt voor een homo die promiscue is.

In de (Vlaamse) studententaal een clubmatras genoemd, terwijl Vlaamse soldaten over een vrouwelijke beroepsmilitair spreken als een matras. Vgl. het Duitse slangwoord Matratze in dezelfde betekenis.

In een recensie van Joost Zwagermans roman ‘Gimmick’ in Het Parool (15/04/1989) stelde de columnist dat de (onder studenten?) gebruikte zegswijze ‘Mag ik je even aan mijn matras voorstellen’ ontbreekt. Vgl. afgereden fiets.En pas toen realiseerde hij zich dat je van Jan veel kan zeggen, maar niet dat het een flikker was. En dat ze ooit een paar van eikaars ‘matrassen’ hadden beslapen. (Heere Heeresma, Eén robuuste buste, 1989)

Toen we in de Begijnenstraat aankwamen, schold die hele gevangenis ons uit voor Duitse hoeren: ‘Matrassen!’ Ik schrok ervan hoe vijandig de mensen waren, (vrouw die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Duitse Rode Kruis gewerkt had, in Humo, 01/06/2004)