treuzelaar. Van het werkwoord lanterfanten (zijn tijd verbeuzelen): van het Middelnederlandse lant (land) + tru(w)ant (bedelaar).
Sedert de zestiende eeuw.Waar denk je dat ik jullie voor betaal? Lanterfanters! (Willy van der Heide, Een speurtocht door Noord-Afrika, 1952)