iemand die langdurig en tot vervelens toe praat of zanikt over iets; praatvaar. Tevens een minachtende aanduiding voor een vrouw.
Een ander scheldwoord met -kous is blauwkous. Voor zaniken, zeuren bestaat er ook een werkwoord kletskousen.Sweel, vervelende oude kletskous. (De Groene Amsterdammer, 03/05/1891)
Liep-ie met een jongen, bij voorbeeld met Andriessen, die kletskous. (Theo Thijssen, Kees de jongen, 1923)