Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

kalf: kalf van een mens, kalf van Mozes, achterlijk kalf

betekenis & definitie

onnozel persoon; domoor. Men zegt wel eens zo dom als een kalf.

Minder frequent voorkomend is lui kalf in de zin van luiaard. In Vlaanderen werd kalf van Mozes ook opgetekend in de betekenis van ‘luie, lompe kerel’ (zie Cornelissen en Vervliet).

Mijn kalf Mozes werd vroeger vaak schertsend gebruikt in de zin van ‘echtgenoot’. Een kalf is het zinnebeeld van domheid en onnozelheid.

Volgens het WNT wordt de zachtmoedigheid van Mozes geroemd.Hy schikt zich ook niet op als de Meisjes, drie treedjes op een tafelbord, daar myn kalf Mozes zo alle duivels om uit de hel kan vloeken, als hy een jong Karel zo ziet kwispelen, en op straat drillen. (E. Bekker, Wed. Wolff, Historie van den Heer Willem Leevend, 1784-1785) Stom kalf! hebt ge den wekker niet gehoord? (Stijn Streuvels, Het leven en de dood in den ast, 1926)

Julia, gij zijt een achterlijk kalf. (Hugo Claus, De geruchten, 1996)