Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

geteisem

betekenis & definitie

(Bargoens) uitschot, gespuis. Van het Jiddische woord chatteisem, enkelvoud chattes.

Het betekent zowel ‘arme’ als ‘slechte’ mensen. Enkel de tweede betekenis is in het Nederlands overgegaan.

Hierbij is het oude meervoud naar analogie van gepeupel, uitsluitend in het Nederlands, onzijdig enkelvoud is geworden. Reeds bij Henke.Zou ze ’t goed vinden, dat je zo’n stuk geteisem meebrengt? (A.M. de Jong, Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928)

Er zit veel geteisem onder de logeerklanten. (H. van Aalst, Onder martieners en bietsers, 1946)

Stuk geteisem! Ploert! (W.F. Hermans, Herinneringen van een engelbewaarder, 1971)