Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

ezelsveulen

betekenis & definitie

domoor. Eigenlijk: onvolwassen ezel.

In deze persoonsaanduiding komt de spreekwoordelijke domheid van ezels naar voren.En toen ’t uit was zei de Heer: ‘Jij hebt goed gepraat, Job! Je bent een nieteling en een ezelsveulen, maar je bent oprecht.’ (Frederik van Eeden.Van de koele meren des doods, 1900)

Stommeling! Ezelsveulen! Kaffer!’ klonk het verontwaardigd van alle kanten. (J.B. Schuil, De Artapappa’s, 1920)

Hij bedoelde wat voor thee we wilden hebben. Ezelsveulen! Zuid-Afrikaans. Hij is goed. Hahaha! (Willy van der Heide, Een overval in de lucht, 1950)