Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

dwerg

betekenis & definitie

klein persoon; hummel. Eigenlijk een fabelachtig wezen in de gedaante van een klein, oud en meestal lelijk mannetje.

Vondel gebruikte het woord al rond 1620 voor iemand die klein van gestalte is.Büch, dat was een mislukte dwerg, die gestikt is in zijn eigen theater. Een karikatuur, die het liefst de meest waardeloze spullen zijn rommelhok in sjouwde. (Joop Schafthuizen in HP/De Tijd, 09/07/2004)