Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

clown

betekenis & definitie

iemand die zich belachelijk gedraagt; hansworst; boerenkinkel] paljas. Eigenlijk: de spraakmaker in het circus, de kermis en het variété.

Volgens Van Dale sedert ca. 1847. De herkomst is onzeker.

Sommige lexicografen denken aan het Latijnse woord colonus (boer).’t Is net een clown! zei er een en anderen vonden hem een hansworst, een pias, een Jan Klaassen. (A.C.C. de Vletter, Paljas, 1902)

Zouden die twee clowns, Van Agt en Wiegel, ooit wel eens een blik op zichzelf hebben geslagen? (NRC Handelsblad, 27/11/1999)